Dag Rubavu

Een dag aan het Kivumeer in Rubavu (Gisenyi)
met Kinderhulp Rwanda v.z.w. - 2017

Rubavu - Gisenyi

moeders_lachend

In vele brieven vroegen ze het ons steeds weer: wanneer kunnen we eens allen samen op uitstap, we zouden nog graag eens samenzijn. We zouden nog eens graag naar het Kivumeer in Rubavu (Gisenyi) gaan, het is zo… lang geleden.

Toen de kinderen en jongeren nog in het weeshuis waren, gingen er regelmatig jongeren uit België daar een handje helpen. Bij deze gelegenheden richtte onze vereniging zo nu en dan een uitstap in. Dit was goed voor het samenhorigheidsgevoel en de ontwikkeling van de kinderen. Zo zagen deze ook eens iets meer dan de school of het weeshuis. Het waren steeds hoogdagen voor hen en dit zijn ze blijkbaar niet vergeten.


Nu een deel van het bestuur van onze vereniging van plan was om naar Rwanda te reizen eind 2017, zouden we het erop wagen. We kozen 20 december als D-day en begonnen aan de voorbereidingen. Maar zo’n dag inrichten voor ongeveer 60 kinderen en hun begeleiders is niet eenvoudig, vooral niet van op afstand. Er werd duchtig over en weer geschreven van hoe en wat we konden doen. Sandra, onze Rwandese medewerkster, kreeg opdracht om de familieleden en pleegouders van de weeskinderen op de hoogte te brengen.

Een van de grootste moeilijkheden was om al deze kinderen en jongeren, die nu verspreid woonden over Rwanda’s heuvels, tijdig in Kigali te krijgen en hen na de uitstap ook veilig naar huis te brengen. Voor de kinderen die veraf woonden werden er opvanggezinnen gezocht in Kigali waar ze twee nachten konden logeren. Er werden twee bussen met chauffeur gehuurd, wat niet zo gemakkelijk bleek. Er was veel werk die periode en de busmaatschappij twijfelde eraan of de uitstap wel zou doorgaan. Een voorschot op de huursom bracht hier redding. Maar dan moest er ook nog voor eten en drinken gezorgd worden die dag. Een picknick bleek onmogelijk wegens het bewaarprobleem zonder frigoboxen, in een land waar de temperatuur nogal kan oplopen. Dan maar een restaurant gezocht waar 60 personen tegelijk aan tafel konden. Het moest goed zijn en hygiënisch genoeg, zodat ook wij blanken met onze tere ingewanden, mee aan tafel konden zitten. Gelukkig kenden we een restaurant in Rubavu (Gisenyi) waar ruim plaats was. Maar ook hier was men niet zo happig, Sandra kon tenslotte met een voorschot de bazin overtuigen van onze goede bedoelingen. Nog enkele probleempjes werden opgelost na onze aankomst in Kigali en alles was gereed om die dag te vertrekken.

Sandra besliste dat de autobussen zouden vertrekken om 8.15 uur. Wij waren benieuwd of dit zou lukken, het Afrikaans uur kennende en ook de stiptheid van Sandra zelf.

Wij waren net op tijd en ongelooflijk maar waar ook alle kinderen en hun begeleiders waren reeds ter plaatse. Ieder kind en jongere kreeg een fruitsapje en een pet ter herkenning, de begeleiders een fluitje, en we konden vertrekken. Mieke en Jaak reden samen met Sandra en Jeanne D’Arc mee met de autobussen. Wij Monique, Marc, Leo en Marie-Jeanne volgden in een jeep, daar we na de uitstap onze reis verder zetten richting vulkanen. Na een uurtje rijden stopte plots een bus. We dachten oei, een probleem! Even later wisten we wat er aan de hand was toen onze auto een tiental wildplassers passeerde. Ook wij dames moesten dringend, dus stopten we aan hotel Muhabura te Musanze (Ruhengeri). We zaten nog op het toilet toen een massa taterende meisjes de toiletruimte bevolkte. De buschauffeur kende deze stopplaats blijkbaar en alle jonge dametjes, die zo nodig moesten, kwebbelden er lustig op los. Allen hadden plezier om het meest, men zag dat ze de lange busrit niet erg vonden, maar genoten van elkaars gezelschap.

Ongeveer 4 uur later was iedereen aangekomen op het Kivu strand.

De groep jongens en meisjes wou eerst enkele liedjes zingen. Deborah begeleidde hen met de gitaar en allen zongen uit volle borst. Daarna uitte Afissa, uit naam van allen, haar dankbaarheid voor de uitstap. En toen kon er gespeeld worden! Jammer genoeg verschool de zon zich achter de wolken en begon het te druppelen. Toch bleek dit niemand te storen en algauw liepen de meesten in zwemshort of badpak.

Wij brachten alle zwemgerief uit de stockage mee naar Rwanda en Sandra had de badpakken die we haar vroeger toestuurden bijgehouden. Iedereen vond zijn gerief, op één meisje na. Het kind stond droevig te kijken naar haar vriendjes en vriendinnetjes die één voor één het water indoken. Marc vond de oplossing: hij gaf zijn zwemshort samen met groene V.K.R. t-shirt aan het kind en weldra zat ook Kevine in het water. Sandra had verschillende spelletjes voorzien, doch iedereen wou zwemmen en algauw zaten allen in het water. Jaak had ondertussen ook zijn zwembroek aangetrokken en bepaalde de eindmeet tot hoe ver de kinderen in het water mochten. Het meer was nogal wild, er was storm op komst en wij probeerden een oogje in het zeil te houden vanop de oever. Er waren ook twee redders aanwezig en daar waren we blij om. Ondertussen was het niet meer druppelen, maar begon het te gieten. Onze zwemmers stoorden zich er niet aan, nat is immers nat. Gelukkig was het niet koud. Het viel ons plots op dat we enkel jongens zagen, waar waren de meisjes? Sandra werd hier op attent gemaakt, en ze zei dat de meisjes waarschijnlijk wat verder baadden, in Rwanda is men nogal preuts. Dit was geen veilige situatie, wij waren hier, de bewakers waren hier, dus zwommen zij zonder bewaking. Samen met Sandra gingen we de meisjes halen en algauw waren ze hun schroom vergeten en maakten ze zo veel plezier dat het een lust was om zien.


We kregen ook nog bezoek. Onder een boom op het strand zat een meisje in een rolstoel. Sandra stelde ons voor aan Dianne. Ze kwam ons samen met haar mama, broer en zussen groeten en bedanken. Haar mama zei dat Dianne ons absoluut wou zien, dat ze niet te houden was. Dus hadden ze 45 minuten gestapt in de gietende regen. Dianne heeft geen rolstoel die kan plooien en bijgevolg konden ze geen taxi of bus nemen. We babbelden wat met de mama, die ons vertelde hoe gelukkig Dianne wel was met de briefjes en kaartjes die we haar stuurden. Alle kaartjes uit België hangen aan de muur in haar kamer. Dianne is ondanks haar handicap een verstandig meisje dat ons briefjes schrijft en mooie tekeningen toestuurt.

De mama bedankte ons omdat we maken dat Dianne naar school kan, een grote hulp voor een alleenstaande moeder met vier jonge kinderen.

Ondertussen waagden de grote jongens zich dieper en dieper in het meer. Met heftige gebaren probeerden we hen duidelijk te maken dat ze dichterbij moesten komen. Algauw hadden de jongens volgers en Sandra besloot dat het ondertussen tijd werd om het eindsein te fluiten. De stoere jongens demonstreerden nog even hun kunsten door om ter verst te gaan springen in het zand, maar algauw had iedereen zich gedroogd en omgekleed.


De autobussen konden vertrekken voor het tweede deel van hun uitstap: de feestmaaltijd.

Aangekomen aan restaurant ‘La Corniche’ nam ieder ordentelijk plaats aan de ronde tafels. De kinderen vouwden de handen en deden een stil dankgebed. Daarna gaf Sandra aan welke tafel zich mocht gaan bedienen aan het lekkere buffet. Ieder kreeg een frisdrankje en er werden bergen voedsel op ieder bord geschept. Wij blijven ons steeds verbazen hoeveel de Rwandezen in één maaltijd wel kunnen eten. Dit moet een vorm van zelfbehoud zijn, zoveel mogelijk eten als er eten is. Tot onze verwondering at groot en klein ook zijn bord leeg en de oudsten gingen zelfs een tweede bord vullen. Ons deed het stillekes plezier, die kinderen te zien genieten en ook wij genoten van die heerlijke maaltijd.

Na afloop kwam Sandra zich verontschuldigen, bij ons, ze had immers niet gezien dat  enkele slimmeriken van de oudste jongens zich een pintje hadden besteld. We zagen dit maar door de vingers, die gasten waren oud genoeg en van één pintje werden ze niet dronken. Daarna werden er kerstgeschenken uitgedeeld. Sandra prepareerde, uit de voorraad die we meebrachten uit België, voor ieder een attentie. De meisjes kregen een toiletzakje en een nepjuweeltje, sommigen kregen een rugzak en de oudsten een T-Shirt. Dan nog een massa foto’s nemen, want iedereen wou met ons poseren, en het werd tijd om te vertrekken. 


Afscheid nemen…. zwaaien en lachen, iedereen begon tevreden aan de lange terugweg.

Wij kregen nog een toemaatje toen de bazin van het restaurant ons kwam feliciteren. Ze bekende dat ze bang was geweest voor de komst van een bende wilde kinderen en jongeren, die haar restaurant kwamen afbreken. Ze zei dat ze verwonderd was zo’n groep beleefde, gedisciplineerde weeskinderen te zien. Wij waren niet weinig trots, want het waren onze kinderen die we reeds jaren onder onze bescherming hadden. Nadien hebben we Sandra en Jeanne D’Arc gefeliciteerd voor de organisatie van deze uitstap. Aan de kinderen ziet men hoeveel respect ze voor onze medewerksters hebben. Sandra bevestigde ons later dat iedereen veilig was thuisgekomen. Wat een mooie dag.

rubavu1
rubavu2
  • Als de takken in het woud ruzie maken, omhelzen de wortels elkaar.